VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

VAR verdwijnt per 1 april: Neem het serieus

Geplaatst op: 17-12-2015, 11:35:05

Schijnzelfstandigheid, maar ook gebrek aan verantwoordelijkheid voor de opdrachtgever zijn voor de politiek redenen om de Verklaring Arbeidsrelaties (VAR) af te schaffen. Per 1 april 2016 is het idee. Het alternatief gaat uit van een ‘goedgekeurde’ voorbeeldovereenkomst in plaats van een VAR-beschikking. Een papieren exercitie? Nee, het is wel degelijk een serieuze verandering, die overeenkomstige aandacht verdient. Voor zzp’ers, maar zeker ook voor praktijkhouders.

Van VAR naar voorbeeldovereenkomst
Op 1 april 2016 treedt de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties in werking. Inmiddels beter bekend als ‘de DBA’. Daarmee verdwijnt de VAR, de beschikking die praktijkhouders duidelijkheid geeft als er een zzp-collega in de praktijk komt werken. Daarvoor in de plaats moeten straks voorbeeldovereenkomsten vooraf zekerheid geven over het ontbreken van inhoudingsplicht voor loonheffingen, inclusief sociale premies. De Belastingdienst publiceert hiervoor goedgekeurde overeenkomsten, online, herkenbaar per branche.

Eerste Kamer aan zet
Verandering op komst dus. Althans, als de Eerste Kamer ermee instemt. Dat heeft nogal wat voeten in de aarde. Op 26 januari staat de stemming uiteindelijk op de rol. Het is vooralsnog reëel uit te gaan van daadwerkelijke inwerkingtreding per 1 april 2016.

Nieuw: voorbeeldovereenkomsten
Opdrachtgever (praktijkhouder) en opdrachtnemer (de zzp’er) kunnen straks een overeenkomst van opdracht sluiten op basis van zo’n gepubliceerd voorbeeld. De Belastingdienst stelt dat er dan geen dienstbetrekking bestaat. Inhoudingen zijn dan niet aan de orde.

Pas op: passend?
Partijen moeten in de praktijk wel daadwerkelijk werken volgens wat in de overeenkomst is bepaald. Het risico of dit naar de mening van de belastinginspecteur ook het geval is, ligt straks vooral bij de opdrachtgever. Van een vrijwarende werking, zoals bij de VAR, is in de nieuwe situatie immers geen sprake meer. Om de kans op naheffingen te beperken is serieuze aandacht en actie, met name bij de praktijkhouder, van groot belang.
Dus: bedenk goed of een overeenkomst (nog) wel passend is bij de gewenste samenwerking. Wellicht zijn andere oplossingen per saldo beter, verstandiger. Ook voor ‘bestaande gevallen’. Het kan immers zijn dat door de vrijwarende werking van de VAR situaties zijn ontstaan die feitelijk een dienstbetrekking zijn.

Zzp’er niet meteen ondernemer
Werken met een voorbeeldovereenkomst zegt overigens alleen iets over de loonheffingen. De vraag of de Belastingdienst de zzp’er voor de inkomstenbelasting, na afloop van het belastingjaar, als ondernemer ziet, is in het DBA-tijdperk een andere. Daar biedt de DBA geen zekerheid voor. Het inkomen van de zzp’er wordt door de Belastingdienst dus niet per definitie als winst uit onderneming aangemerkt.

Bron: www.dentalinfo.nl van 17 december 2015.

Vorige pagina